donderdag 18 oktober 2018

Treinhack: Altijd op de juiste plek op het perron staan

Je kent het vast wel, drukke ochtendspits, honderden mensen op het perron en een spitstrein die vast gezellig vol gaat worden. Moet ik nou bij de trap blijven staan met het risico dat ik genoegen moet nemen met een staplaats op een vol balkon? Of zal ik doorlopen voor een rustiger gedeelte en meer kans op een zitplaats? Maar ook weer niet te ver, want misschien is de trein toch (te) kort en kun je hard gaan rennen en alsnog aansluiten in de rij.

Gelukkig kun je tegenwoordig in de Reisplanner Xtra-app (en ook in externe apps als Rijden de Treinen) zien door welk materieeltype je trein gereden wordt, welke treinstellen er ingezet worden en hoelang de trein is. Hiervoor klik je op de treininformatie vanuit de actuele vertrektijden of de reisplanner:
Het belangrijkste om op te letten is de lengte waarbij staat uit hoeveel delen je trein bestaat. Aan de hand hiervan kun je namelijk op het perron op de juiste plek gaan staan. Dit kun je doen aan de hand van de zogenaamde bakborden (volgens het seinenboek officieel "treinlengteborden").

Bakborden? Borden om in de oven te schuiven voor de betere appeltaart? Nee, borden die machinisten gebruiken om hun trein op de juiste plek neer te zetten. Bakken is de spoorse term voor rijtuigen (ook wel wagons in populair taalgebruik). Een trein bestaat dus uit een aantal bakken/rijtuigen/wagons (allemaal dezelfde term). In het bovenstaande voorbeeld bestaat de trein dus uit 6 bakken.

Zo'n bakbord ziet er als volgt uit. 

Op de kleinere stations staan ze meestal op het perron of hangen ze aan de overkapping. Op de grotere stations staan ze ook nog wel eens naast het desbetreffende spoor in de spoorbedding. Het nummer op het bakbord geeft aan tot hoever de machinist moet doorrijden om met z'n trein langs het perron te passen. Dat zorgt ervoor dat ook de achterste deur langs het perron stopt en niemand uit de trein valt bij het uitstappen.


Bij de trein uit het bovenstaande voorbeeld zal de machinist dus stoppen bij het bordje met de "6". Als  slimme reiziger weet ik dat ik kan doorlopen tot de "6". Als ik verder doorloop zal ik terug moeten wandelen zodra de trein binnenkomt. En als ik bij de "6" ga staan komt de voorkant van de trein precies bij mij uit en sta ik (meestal) goed voor de voorste deur. In dit geval (bij de IC Leiden-Utrecht) is dat ook het rustigste deel van de trein.
Stap maar in, op de juiste plek en in het rustige deel van de trein.


Nog een belangrijk punt om op te letten: Deze methode werkt prima bij alle Intercity's en de oude Sprinters. Bij de nieuwere Sprinters (de SLT, de FLIRT en straks de SNG) moet je er rekening mee houden dat de bakken korter zijn.
Als vuistregel kun je hier aanhouden dat je zo'n 25 tot 30 procent van de lengte moet aftrekken. Bij de trein uit bovenstaand voorbeeld (10 delen) zou je dus bij het bakbord "7" moeten gaan staan.

Je vindt op het perron ook niet voor iedere treinlengte een bakbord. Vaak lopen ze op in tweetallen (dus 2, 4, 6 etc). Een machinist zal doorrijden naar het eerstvolgende bakbord (dus bij 7 bakken stoppen bij het bakbord 8) of de trein halverwege de "6" en "8" neeerzetten.

Verder zijn er nog een aantal varianten van de bakborden:
Dit bord betekent: alle treinen met lengtes tussen de 2 en 6 bakken dienen hier te stoppen. Dat bord wordt vaak opgevolgd door dit bord zonder cijfer, vaak te vinden aan het eind van het perron:
 
Dit bord betekent dat treinen van alle lengtes die niet eerder genoemd zijn hier dienen te stoppen (in dit concrete geval in Leiden Lammenschans alle treinen met 7 of 8 bakken. 8 bakken is ook het maximum, het perron is niet langer).

En op grotere stations kom je dit bord nog wel eens tegen:
Het cijfer in het blauwe gedeelte geeft aan waar een trein moet stoppen die het gehele spoor gebruikt (in dit geval spoor 5 op Leiden Centraal). Het cijfer in het witte gedeelte geeft aan waar een trein moet stappen die alleen een a- of b-gedeelte van het spoor gebruikt (in dit geval spoor 5a op Leiden Centraal).

De bakborden zijn geen ijzeren regel, er zijn uitzonderingen mogelijk. Een machinist kan altijd zelf besluiten om verder door te rijden, als er bijvoorbeeld nog een extra treinstel aangekoppeld moet worden of als de treindienstleider daar een opdracht voor geeft.

Maar in zeker 95% van de gevallen sta je hierdoor op de juiste plek, is het minder dringen en heb je keuze uit meer zitplaatsen. Veel reisplezier!